Gebruik je bevroren poten? Laat ze dan eerst langzaam ontdooien in de koelkast, het liefst een nacht van tevoren. Heb je minder tijd, dan kun je ze ook onder koud stromend water ontdooien. Niet in warm water of magnetron: dan gaat de structuur achteruit.

Gebruik genoeg water zodat alle poten onder staan. Voeg een eetlepel zeezout toe per liter water. Je kunt hier ook wat smaakmakers aan toevoegen zoals een laurierblad, een halve citroen in schijfjes, een paar peperkorrels of een geplet teentje knoflook. Dit trekt subtiel in het vlees.

Zodra het water kookt, doe je de krabbenpoten voorzichtig in de pan. Draai het vuur iets lager zodat het water net onder het kookpunt blijft. Voorgekookte poten warm je in ongeveer vijf tot zeven minuten op. Rauw? Geef ze dan acht tot tien minuten.

Haal de poten eruit met een tang of schuimspaan. Laat ze even uitlekken op een schaal of bord. Eventueel kun je ze kort afdekken met aluminiumfolie zodat ze warm blijven.

Je kunt de poten direct serveren, met wat gesmolten boter, een partje citroen, of een lichte knoflooksaus. Zet ook een tang of krabbenkraker op tafel, en vergeet een kommetje voor de schalen niet.