Breng eerst de melk en de helft van de suiker zachtjes aan de kook in een steelpan. Zodra het begint te pruttelen, haal je de pan van het vuur en voeg je de muntblaadjes toe. Duw ze een beetje onder met een lepel en laat dit mengsel ongeveer 15 minuten trekken met de deksel op de pan. Hoe langer je het laat trekken, hoe intenser de muntsmaak zal zijn.

Zeef vervolgens de melk zodat je de blaadjes eruit haalt. Druk met de bolle kant van een lepel zoveel mogelijk smaak uit de blaadjes voordat je ze wegdoet. Verwarm de gezeefde melk opnieuw op laag vuur.

Klop ondertussen in een mengkom de eidooiers met de rest van de suiker tot het mengsel licht en luchtig wordt. Giet al kloppend een beetje van de warme melk bij de eidooiers om ze op temperatuur te brengen. Giet dan alles terug in de pan bij de rest van de melk. Zet het vuur laag en blijf rustig roeren met een houten lepel of spatel. Het mengsel mag absoluut niet koken, anders krijg je roerei. Na een paar minuten wordt de massa dikker en blijft hij aan je lepel hangen. Dat is het moment dat je hem van het vuur haalt.

Giet het geheel door een zeef in een kom en laat het afkoelen tot kamertemperatuur. Zet het daarna minstens 4 uur, maar liefst een hele nacht, in de koelkast. Zodra het goed koud is, giet je het in je ijsmachine en laat je het draaien tot het de consistentie van stevig roomijs heeft. Dat duurt meestal tussen de 30 en 45 minuten, afhankelijk van je machine. Schep het ijs over in een afsluitbare diepvriesdoos en laat het nog een paar uur opstijven in de vriezer voor het beste resultaat.